Hieronder vind je handige tips die je zullen helpen bij het leren van je 'Standard Marine Communication Phrases':
Study tip 1:
Maak een 'spiekbriefje'
Deze strategie werkt als volgt:
Maak tijdens de les of tijdens het leren aantekeningen van de dingen die je nog niet weet/beheerst
.In plaats van het boek nog een keer doorlezen, pak je de volgende keer dat je gaat leren het zelfde spiekbriefje (of misschien zelfs spiekbriefjes) en maak je een nieuw spiekbriefje op basis van wat je inmiddels weet/beheerst. Als het goed is wordt ieder nieuw spiekbriefje, steeds kleiner dan de vorige. Dit doe je net zo lang tot het briefje in theorie op je hand zou passen! (in de praktijk mag je het spiekbriefje natuurlijk niet gebruiken tijdens de toets.)
Study tip 2:
Study tip 3:
De begrippenlijst
Deze strategie werkt als volgt:
Maak een lijstje van alle begrippen die je lastig vindt en laat daarbij de kolom met de Nederlandse of Engelse vertaling van deze begrippen leeg. Print dit lijstje vervolgens een aantal keer en probeer deze verspreid over de dag/week zo volledig mogelijk in te vullen.
Kijk het lijstje daarna na, met het door jou gemaakte antwoord model en vul met een andere kleur de vakjes die je leeg hebt gelaten aan. Verbeter daarnaast de woorden die je niet goed hebt ingevuld of fout hebt gespeld.
Hoe vaker je dit herhaalt, hoe beter je de begrippen zult onthouden.
Voor wie het fijn vindt om per onderwerp een spiekbriefje/oefentoetsje te maken kan thematisch leren ook een uitkomst zijn.
Study tip 4:
Flashcards:
Deze strategie werkt als volgt:
Door flashcards te gebruiken, kun je stof veel actiever leren dan wanneer je iets 'gewoon samenvat'. Door met flashcards te werken leer je in verschillende stappen:
Stap #1: schrijf alle begrippen/woordjes/zinnetjes die je moet leren op de ene kant van je flashcard (een dikker stukje papier, zoals knutselkarton) en de uitleg/betekenis/vertaling van die begrippen/woordjes/zinnetjes op de andere kant.
Stap #2: bepaal of je in thema's wil leren of dat je alle stof door elkaar wil husselen.
Kies je ervoor om thematisch te leren, dan sorteer je alle kaartjes door voor ieder thema een ander stapeltje met flashcards te maken.
Stap #3: zodra je alles gesorteerd hebt is het tijd om jezelf te overhoren.
Jezelf overhoren kun je zitten, lopend, voetballend (bal tegen een muurtje schoppen) doen.
In het begin overhoor je ieder kaartje een aantal keer aan jezelf. Na verloop van tijd, als de begrippen beginnen te 'landen' maak je twee stapeltjes. Op de linker stapel leg je de begrippen die je nog niet zo goed beheerst, op de rechter stapel de begrippen die je al wel beheerst. Uiteindelijk wordt het stapeltje met begrippen die je nog moet leren steeds kleiner en dat motiveert dan weer!
Study tip 5:
Maak een woordweb
Deze strategie werkt het beste in situaties waarbij je een gedeelte van een zin moet leren die op meerdere manieren afgemaakt kan worden. (Zie afbeelding)
Je kunt de strategie ook gebruiken voor zinnen die je op meerdere manieren moet kunnen beantwoorden.
Zo zou je bijvoorbeeld de zin "Do you have any deficiencies?" of de zin "How do you read me?" in een woordweb kunnen schrijven.
Mogelijke antwoorden schrijf je dan op de 'steeltjes' van het woordweb.
Oefentoetsen: